Kloof CDA en PvdA moet niet overdreven worden

 

Kloof CDA en PvdA moet ook weer niet overdreven worden

Kloof CDA en PvdA moet ook weer niet overdreven worden

Wie zich nu overgeeft aan het vergroten van de kloof tussen de oude coalitiegenoten, diskwalificeert zich voor een komende rol.

Het steeds maar voortbestaan van christelijk georiënteerde politieke partijen zoals het CDA, vervult menig tegenstander met angst. Dat is immers in strijd met de verwachting dat de ’Verlichting’ zou zegevieren en de godsdienst zou verdwijnen, zeker uit het openbare leven. Mensen die in deze verwachting leefden noemden zich onbeschroomd ’verlicht’. Tot hun schrik wordt de secularisatie nu gefrustreerd door een religieuze tegenstroom in de gestalte van Afrikaanse evangelische kerken en de islam. En nog wel via een massale presentie in onze grote steden. De aanstaande verkiezingen worden zelfs gedomineerd door een simpel godsdienstig symbool: het hoofddoekje.

Christen-democraten kunnen zich thuis voelen in deze context van een herleving van de religie. Hun ’grote verhaal’ staat recht overeind, waar de verhalen van de nazaten van de Verlichting, naar eigen zeggen, hebben afgedaan. Zij staan principieel en intuïtief minder vreemd tegenover de nieuwe medeburgers die afkomstig zijn uit samenlevingen die van religie doortrokken zijn. Het CDA is dan ook bij voorrang geroepen om zijn principes voluit in te zetten om de vraagstukken van de godsdienstig veelkleurige samenleving te behandelen.

Er is dus alle reden voor het CDA om op zijn christelijk sociale denkbeelden te vertrouwen en daarop verder te bouwen. Als het CDA-partijbestuur dit bedoelt met het centraal stellen van ’stabiliteit’ in de komende campagne, dan kan het kader met gepast zelfvertrouwen aan de slag. Het is veelzeggend dat het CDA niet zozeer verliest aan andere partijen maar door het thuisblijven van CDA-sympathisanten. Zij moeten alleen maar gestimuleerd worden met een beroep op hun betere ik. Bied hen een partij waar ze trots op kunnen zijn.

De infrastructuur van het CDA is oké. Bij de (druk bezochte) regionale vergaderingen naar aanleiding van de val van het kabinet tref je degelijk, gouvernementeel volk. Geen agressief door elkaar getetter van het soort dat (te) veel fractieleiders uit de Kamer op de tv ten beste gaven. Niets van die hysterische verkettering (’dit is het slechtste kabinet ooit’) waarmee oppositieleiders elkaar overschreeuwden. Maar ondanks alles, neiging tot zelfkritiek, verzoening en nuchtere analyse van de pluspunten die er in de onderlinge verhoudingen nog over zijn.

En er zijn veel pluspunten ten opzichte van de oude coalitiegenoten PvdA en CU. De verhoudingen tussen de leden van het kabinet waren doorgaans een stuk beter dan in de media werd verondersteld. De samenhang binnen de oude coalitie is bepaald groter dan die in een hypothetische linkse of rechtse combinatie. Natuurlijk is het ernstig als er een vertrouwensbreuk optreedt, maar van een platvloerse bejegening, zoals vanuit de oppositie, was tussen PvdA en CDA geen sprake.

Hopelijk zijn CDA en PvdA als voormalige coalitiegenoten niet zo dom dat ze elkaars prestaties gaan ontkennen. Veel van het gemeenschappelijke program van ’Balkenende IV’ moet inzet van de verkiezingen zijn. Geef de oppositie geen gelijk! Wie zich nu overgeeft aan het vergroten van de kloof tussen de oude coalitiegenoten diskwalificeert zich voor een komende rol.

Als de campagne is gestreden en de sfeer is opgeklaard zullen de politieke leiders zich moeten afvragen of ze voldoende vertrouwen en overwicht in hun fracties bezitten zodat er speelruimte is voor onderhandelaars. Ze moeten zich ook afvragen of zij bereid en in staat zijn bij te dragen aan een waarlijk samenbindend leiderschap. Zo niet dan moet er ruimte komen voor andere personen.

Dit zijn vragen die na de verkiezingen aan de orde zijn. Nederland heeft behoefte aan een regering die ons land wegleidt van de afgrond van onverschilligheid, benauwd nationalisme, intolerantie, grofheid en verval van waarden. Wie een volwassen politiek wil, is zuinig op elkaar.

© Trouw 2010, op dit artikel rust copyright.