Over de Europese Grondwet

 

OPKOMEN VOOR EUROPA

Arie Oostlander

Bijdrage voor Gelderse Post, 8-5-05.

 

 

Nederland is heel lang een koploper geweest als het om goede nieuwe ideeën ging. Ons land is bijvoorbeeld een van de oprichters van de Europese Gemeenschap. Daaraan hebben we een flink stuk van de vrede en van onze welvaart te danken. Steeds weer stonden we vooraan als het om verbetering van de Europese Gemeenschap ging. Twee hervormings-verdragen zijn naar Nederlandse steden genoemd: het verdrag van Maastricht en dat van Amsterdam. En van de uitbreiding van de Europese Unie (zo noemen we dat nu) profiteert ons bedrijfsleven als geen ander. Trouwens, zoveel bondgenoten erbij betekent voor iedereen meer veiligheid.

Maar nu de Unie van 15 lidstaten naar 25 is gegroeid is die weer hard toe aan verdere verbetering. We willen dat de Unie democratischer wordt,

-         afrekent met de achterkamertjespolitiek van ministers en hun ambtenaren;

-         de stem van de volksvertegenwoordiging, Europees en nationaal, sterker maakt;

-         en de besluitvorming begrijpelijker, dus efficienter;

-         meer duidelijkheid biedt over wat ons bindt, het Handvest voor de Mensenrechten;

-         en dus hardere maatstaven waar nieuwe lidstaten aan moeten voldoen;

-         minder veto’s, want daar heb je veel meer last dan gemak van;

-         garanties dat de kleine lidstaten niet overstemd kunnen worden door de grote;

-         meer eenheid van de Unie naar buiten toe, een Europees buitenlands beleid;

-         samenwerking bij de aanpak van terrorisme en zware internationale criminaliteit.

 

We wilden die hervormingen niet overlaten aan ministers en ambtenaren. Want we wisten dat die de zaak niet meer aan konden. Er is toen een grote werkgroep gevormd waarvan leden van alle parlementen en van het Europees Parlement deel uit maakten. Daarnaast waren er regeringsvertegenwoordigers van alle lidstaten en Europese Commissarissen. Samen 105 mannen en vrouwen. Er is gesproken met vakbonden, ondernemers, milieuorganisaties, enz.,enz. Democratischer kon het niet. Ze hebben één advies uitgebracht. De regeringsleiders hebben daar allemaal ja tegen gezegd. Nu krijgen de Nederlandse burgers de kans zich uit te spreken.

 

De hervorming die we wilden staan nu in de voorgestelde Grondwet.

Een sprong vooruit voor Europa en dus ook voor de lidstaten.

Als de burgers ja zeggen dan wordt die sprong vooruit ook werkelijkheid.

 

Kom op voor vooruitgang in Europa.

EUROPA, DE KIP MET DE GOUDEN EIEREN.

Arie Oostlander

Bijdrage Gelderse Post, 13-05-05.

 

Vakbeweging en ondernemers zijn het er hartgrondig over eens: De Europese Gemeenschap is een kip met gouden eieren. Nederland is een handelsland en wil dus zo weinig mogelijk last hebben van grenzen, nationale verschillen in kwaliteitsregels en alles wat handel moeilijk maakt. Daar hebben we dan ook door middel van de Europese Unie een eind aan gemaakt. We kunnen nu dezelfde producten naar alle landen in de Europese Unie exporteren. Met de uitbreiding van de Unie worden die voordelen, vooral voor de oude lidstaten, elke keer weer groter. Dat is ook weer zo bij de laatste tien landen. Die arme landen worden daar bepaald beter van maar wij, in harde Euro’s gemeten, nog meer!

Wat kosten ons die gouden eieren? Wel, we houden de kip in leven met ruim 1 % van ons BNP. Dat wil zeggen dat van elke belasting Euro twee cent naar Europa gaat. Daar betaalt de EU alles van. De voorgestelde Europese Grondwet zal de werking van de Unie nog efficiënter maken. Dat is hard nodig nu we met meer lidstaten (25 in plaats van 15) meer en voor hetzelfde geld willen doen.

Er zijn er die op 1 juni zand in de raderen willen strooien; geintje, maar niet zo slim. Dan raakt de kip met de gouden eieren van de leg. Met onze stem bij het referendum over de Grondwet kunnen we een sprong voorwaarts maken. Dan houden we de kip in een goed humeur.

Wat staat er in die voorgestelde Europese Grondwet? Eerst gaat het over de bedoeling van de Europese Unie: Samen een toekomst opbouwen en daarbij onze politieke waarden als democratische rechtsstaten als norm nemen. Eigenlijk is dat de reden waarom de Unie er is. Dan gaat het over de vraag wat de EU gaat doen en wat in elk geval niet en wat de Unie met de lidstaten samen gaat doen. De regel is:

Wat de lidstaten op hun eentje niet meer aan kunnen dat gaan we, goed gecontroleerd, Europees doen. (Dat geldt bijvoorbeeld voor de verdediging van onze handelsbelangen in de wereld.)

Wat de lidstaten zelf kunnen dat moeten ze zeker zelf blijven regelen. (onderwijs en cultuurpolitiek bijvoorbeeld; dat vergt nationaal maatwerk!)

Ook sociale zekerheidspolitiek blijft nationaal en dat is voor Nederland met zijn dure stelsel ook het beste. Maar de sociale grondrechten en het belang van de vakbeweging komen goed aan de orde in het Handvest van de Mensenrechten. Dat Handvest is het tweede deel van de Grondwet. Het maakt duidelijk dat Europa niet alleen een centenkwestie is maar de rechten n belangen van de burger aangaat.

Daarom is het zo belangrijk dat in het derde deel (over sectoren van beleid) de veiligheid aan de orde komt. Criminelen zijn al lang internationaal georganiseerd. Nu gaan politie en justitie Europees samenwerken. Dat regelt de Grondwet juridisch grondig en zorgvuldig.

De Buitenlandse politiek zal versterkt worden door de benoeming van een Europese minister voor Buitenlands Zaken. Tot nu toe deden de grote drie, de Fransen, Duitsers en Britten, alsof alleen zij erop aan kwamen. De Europese minister zal Europese inzichten behartigen, ook die leven in de kleinere landen.

Na 1 juni en de behandeling in de nationale parlementen, kan Europa de nieuwe mogelijkheden gaan uitproberen. Het gaat allemaal heel voorzichtig en niet met zeven mijls laarzen. Het is belangrijk dat alle lidstaten zien dat er gemeenschappelijke belangen gediend worden. Mijn oordeel over de Grondwet is: knap gedaan!

 

Arie Oostlander, was lid van het Europees Parlement van 1989 tot 2004.

 

 

“NEEN!”, tegen wat?

Arie Oostlander.

Bijdrage voor Fr. Dgbl. of “Het Goede Leven”.

 

 

Alle partijen die aan de nationale en de Europese verkiezingen hebben deelgenomen (op SP en een deel van CU/SGP na) zijn, zoals sinds jaar en dag bekend is, overtuigde voorstanders van de Europese Integratie en dus van verbeteringen in de opbouw en de werkingswijze van de EU. De “Grondwet” is daar het product van. De bevolking heeft keer op keer aan deze Europees gezinde partijen haar vertrouwen geschonken. Nu een kernpunt van hun politiek apart aan een referendum onderworpen wordt blijkt een verrassende aarzeling.

 

Zo is dat in bijna alle landen van de EU. De volksvertegenwoordigingen zijn voor 80 % of meer voor de Europese Integratie. Maar als de bevolking specifiek iets wordt gevraagd bestaat alom twijfel. Als de parlementen hun verantwoordelijkheid naar de kiezers afschuiven stuit je op onzekerheid. Eigenlijk is dat heel verklaarbaar. Waarom ineens dat weglopen voor de eigen verantwoordelijkheid als volksvertegenwoordiger. Je kunt daar quasi moderne praatjes aan ophangen, maar waarom zou men die vertrouwen? Je kunt het ook anders bekijken: Zo heb ik doorgaans alle vertrouwen in de coach van het Nederlands elftal. Maar als me de opstelling ervan wordt voorgelegd ter mijner beoordeling dan bekruipt me wrevel en twijfel. Grote kans dat ik wel in ben voor een geintje, want voetbal interesseert me toch niet. Ik kan ook ‘kop of munt’laten beslissen omdat ik niets van voetbal af weet en geen zin heb om me erin te verdiepen. En dat terwijl elke dag tich sportpagina’s het huis binnen komen. Een grote voorsprong in gedegen informatie over voetbal. Diverse redacties van kranten, radio en TV hebben daarentegen tientallen jaren meer dan minimale berichtgeving over de Europese instellingen geweigerd. Die klacht hoor ik al die jaren op alle spreekbeurten.

 

Wat een onverantwoorde risico’s zijn we aan het nemen! Nu de Tweede Kamer meerderheid die het referendum heeft doorgedreven zo onbezonnen te werk is gegaan kunnen we het moeilijk kwalijk nemen als velen van het referendum ‘een geintje maken’ en ‘zand in de raderen’ gaan strooien ‘om de regering te sarren’, om maar eens enkele ‘prominenten’ te citeren. Als de Nederlandse Grondwet nu aan een referendum zou worden onderworpen zou de uitslag dan ver boven de 50% komen? Dat is zeer de vraag. Er is dan juist meer aanleiding voor verzet tegen ‘de politiek’, ‘sarren van de regering’en ‘geintjes’. Wie weet er nu wat in de Nederlandse Grondwet staat?

 

Het niveau van debat en voorlichting is bovendien van dien aard dat de kiezer wel in de war moet raken. Een voorbeeld uit vele: de kersverse VU-filosoof (Ad Verbrugge) suggereert in een recent boek dat de onderwijs wetgeving (zoals die over het bachelor en master schema) door de EU zou worden bepaald terwijl artikel 282 en 283 van de Grondwet uitdrukkelijk harmonisatie van wetgeving op dit gebied uitsluiten. Bovendien zou volgens hem de nationale cultuur door EU richtlijnen worden ondermijnd terwijl EP-leden bij het Verdrag van Maastricht juist hebben gezorgd voor een beschermde status voor de cultuur (tegen het economisme) en voor het behoud van het nationaal cultureel erfgoed. De culturele verscheidenheid, met name van de talen, is een gewichtig punt voor Europarlementariërs. Minderheidstalen zijn bij hen zelfs in betere handen. De meeste regeringen malen daar niet om, zo is mijn ervaring met het Fries, het Bretons en het Macedonisch. Bescherming van cultuur, ja; maar wetgeving en harmonisatie, neen (art.280). Dat is het beleid van de EU en zo spreekt de Grondwet.

Van SP-zijde wordt uiteraard oppositie gevoerd. De suggestie van Jan Marijnissen c.s. is dat de EU over een echt leger gaat beschikken. Wie nagaat hoe bescheiden de ambities zijn kan terecht vrezen dat een volgende ‘Joegoslavie-oorlog’ nauwelijks beter gedempt zal kunnen worden en dat opnieuw alles van de VS zal afhangen. Ik kan op de stuurloze beleid van de nationale lidstaten niet trots zijn. Nationalisme is je reinste afgoderij. Het heeft in Bosnië honderdduizenden mensenoffers gekost. Diepe schaamte past ons vanwege het nationalistisch verzet tegen een effectieve Europese Buitenlandse politiek. Zo’n politiek moet niet meer alleen van enkele onverschillige grote landen afhangen, zoals nu, maar de opvattingen van alle Europeanen weerspiegelen. De Grondwet gaat ook hierbij in de goede richting.

 

Zelfs de regering maakte een paar fouten. Aanvankelijk werd gesuggereerd dat de Tweede Kamer een vetorecht over EU beslissingen zou hebben. De hemel zij dank is dat natuurlijk niet zo. Want dan zouden al die andere 24 landen dat ook hebben. Dat levert per saldo heel wat meer last dan gemak op. Dom is ook de trots op het vetorecht voor de EU begroting (een hobby van Zalm). Ook hier is veel meer van een egoïstisch Spaans en van andere veto’s te vrezen dan een egoïstisch Nederlands veto kan opbrengen. Hier speelt de nationalistische reflex van sommige leden (onder leiding van Zalm) de regering parten. Zalm c.s. hebben in de afgelopen jaren trouwens de indruk gewekt dat de EU alleen een centen kwestie is en dat je er eigenlijk alleen maar op je eigenbelang uit moet zijn, zonder oog voor een algemeen Europees belang. Als er een grote minderheid of zelfs een meerderheid bij het referendum tegen stemt dan is dat mede aan dat deel van de regering te wijten. Het gaat immers mede om vertrouwen.

 

Vandaar dat zaken die niets met de Grondwet te maken hebben toch een rol gaan spelen. Bijvoorbeeld de waarde van de Euro tegenover de Gulden. Ineens komt de koers van 2.20 aan de orde. Deze is een mathematisch uitvloeisel van de koppeling van de Gulden aan de D-Mark. Die koppeling bestond al vele jaren met het oog op de intensieve handelsbetrekkingen met Duitsland. Op het laatst was die koppeling voor de Duitsers moeilijker dan voor ons. Ik heb er destijds de Duitse vrienden wel mee geplaagd. Voor Nederland was het per saldo gunstiger om de koers van de gulden ongewijzigd te handhaven. Zorg voor de monetaire rust speelde toen een grote rol. Was de Gulden toch duurder gemaakt dan waren de bezitters van kapitaal en onroerend goed daar beter van geworden. Anderzijds zou het met de staatsschuld slechter zijn gegaan, het prijsniveau van het Nederlands product zou zijn gestegen en dus zouden de exportpositie en de werkgelegenheid geleden hebben. Principieel en sociaal was de keuze voor de koppeling dus zeer verantwoord. Het is ondenkbaar dat zo’n algemeen bekend en besproken feit niet bij de Tweede kamer bekend was en door Zalm ‘achtergehouden’ zou zijn. Wat dat betreft wordt er heel wat opgeklopt door media die slechts spanning zoeken.

 

De nee-stem is veelal met argumenten verbonden die niets met de inhoud en de strekking van de tekst te maken hebben.  De Grondwet verdient beter. Want een goed en verbeterd Europees bestuur is voor alle burgers gewoon te belangrijk.

 

Arie Oostlander, van 1989 tot 2004 lid van het EP.